27 november


banner

Jozua 24:21
Daarop zei het volk tegen Jozua: Nee, wij zullen voorzeker de HEERE dienen.

1 Samuel 8:7
Maar de HEERE zei tegen Samuel: Geef gehoor aan de stem van het volk in alles wat zij tegen u zeggen; want zij hebben ú niet verworpen, maar Míj hebben zij verworpen, dat Ik geen Koning over hen zou zijn.

2 Samuel 7:12-14
Wanneer uw dagen voorbij zijn en u met uw vaderen ontslapen bent, zal Ik uw nakomeling na u, die uit uw lichaam voortkomt, doen opstaan en Ik zal zijn koningschap bevestigen. Die zal voor Mijn Naam een huis bouwen, en Ik zal de troon van zijn koningschap voor eeuwig bevestigen. Ík zal hem tot een Vader zijn, en híj zal Mij tot een zoon zijn, wat wil zeggen: als hij zich misdraagt, zal Ik hem terechtwijzen met een stok als van mensen en met slagen als van mensenkinderen.

1 Koningen 11:9-13
Daarom werd de HEERE toornig op Salomo, omdat zijn hart van de HEERE, de God van Israël, Die hem tweemaal was verschenen, was afgeweken. Hij had hem aangaande deze zaak geboden dat hij niet achter andere goden aan zou gaan, maar hij hield zich niet aan wat de HEERE geboden had. Daarom zei de HEERE tegen Salomo: Omdat het bij u gebeurd is dat u Mijn verbond en verordeningen, die Ik u geboden heb, niet in acht hebt genomen, zal Ik het koninkrijk zeker van u losscheuren en het aan uw dienaar geven. In uw dagen zal ik dat echter niet doen, omwille van uw vader David. Ik zal het uit de hand van uw zoon losscheuren. Alleen, Ik zal niet het hele koninkrijk van u losscheuren: één stam zal Ik aan uw zoon geven, omwille van Mijn dienaar David en omwille van Jeruzalem, dat Ik verkozen heb.