24 november
Exodus 20:18-21
En heel het volk was getuige van de donderslagen, de bliksems, het bazuingeschal en de rokende berg. Toen het volk dit zag, sidderden zij en bleven op een afstand staan. Zij zeiden tegen Mozes: Spreekt ú met ons, dan zullen wij luisteren, maar laat God niet met ons spreken, anders sterven wij. Mozes zei tegen het volk: Wees niet bevreesd, want God is gekomen om u op de proef te stellen en opdat de vreze voor Hem u voor ogen staat, opdat u niet zondigt. Het volk bleef op een afstand staan, maar Mozes naderde tot de donkere wolk, waar God was.
Deuteronomium 5:28-33
Toen de HEERE uw woorden hoorde, toen u tot mij sprak, zei de HEERE tegen mij: Ik heb de woorden van dit volk, die zij tot u gesproken hebben, gehoord; alles wat zij gezegd hebben, is goed. Och, hadden zij maar zo’n hart, om Mij te vrezen en Mijn geboden alle dagen in acht te nemen, opdat het hun en hun kinderen voor eeuwig goed zou gaan! Ga, zeg hun: Keer terug naar uw tenten. Maar blijft u hier bij Mij staan. Dan zal Ik tot u spreken alle geboden, verordeningen en bepalingen die u hun moet leren en die zij moeten doen in het land dat Ik hun geven zal om het in bezit te nemen. U moet dus nauwlettend handelen zoals de HEERE, uw God, u geboden heeft; wijk niet af, naar rechts of naar links. Heel de weg die de HEERE, uw God, u geboden heeft, moet u gaan, opdat u leeft, en het u goed gaat, en u uw dagen verlengt in het land dat u in bezit zult nemen.
Mattheüs 15:1-9
Toen kwamen enige schriftgeleerden en Farizeeën uit Jeruzalem bij Jezus en zeiden: Waarom overtreden Uw discipelen de overlevering van de ouden? Want zij wassen hun handen niet als zij brood gaan eten. Maar Hij antwoordde en zei tegen hen: Waarom overtreedt ook u het gebod van God door uw overlevering? God heeft immers geboden: Eer uw vader en moeder, en: Wie vader of moeder vervloekt, moet zeker sterven. Maar u zegt: Wie maar tegen vader of moeder zegt: Het is bestemd als offergave, wat u van mij had kunnen krijgen, en zijn vader en moeder niet zal eren, met hem is het in orde. En zo hebt u door uw overlevering het gebod van God krachteloos gemaakt. Huichelaars! Terecht heeft Jesaja over u geprofeteerd, toen hij zei: Dit volk nadert tot Mij met hun mond en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich ver bij Mij vandaan; maar tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen onderwijzen die geboden van mensen zijn.