10 juni


banner

Mattheüs 13:3-8
En Hij sprak tot hen veel dingen door gelijkenissen. Hij zei: Zie, een zaaier ging eropuit om te zaaien. En toen hij zaaide, viel een deel van het zaad langs de weg; en de vogels kwamen en aten dat op. Een ander deel viel op steenachtige plaatsen, waar het niet veel aarde had; en het kwam meteen op, doordat het geen diepte van aarde had. En toen de zon opgegaan was, verschroeide het; en doordat het geen wortel had, verdorde het. Een ander deel viel tussen de dorens; en de dorens kwamen op en verstikten het. En weer een ander deel viel in de goede aarde en gaf vrucht, het ene honderd-, het andere zestig-, en een ander dertigvoudig.

Markus 4:1-8
En Hij begon weer onderwijs te geven bij de zee; en er verzamelde zich een grote menigte bij Hem, zodat Hij in een schip ging zitten, op zee; en heel de menigte was op het land aan de zee. En Hij onderwees hun veel dingen door gelijkenissen en zei in Zijn onderricht tegen hen: Luister! Zie, een zaaier ging eropuit om te zaaien. En het gebeurde bij het zaaien dat het ene deel van het zaad langs de weg viel; en de vogels in de lucht kwamen en aten het op. En een ander deel viel op steenachtige grond, waar het niet veel aarde had, en het kwam meteen op, doordat het geen diepte van aarde had. Maar toen de zon opgegaan was, verschroeide het, en doordat het geen wortel had, verdorde het. En een ander deel viel in de dorens, en de dorens kwamen op en verstikten het, en het gaf geen vrucht. En nog een ander deel viel in de goede aarde en gaf vrucht; het kwam op en groeide, en het ene droeg dertig-, en het andere zestig-, en het andere honderdvoudig.

Lukas 8:4-8
Toen nu een grote menigte bijeenkwam en ze van alle steden naar Hem toe kwamen, zei Hij met een gelijkenis: Een zaaier ging eropuit om zijn zaad te zaaien. En toen hij zaaide, viel het ene deel langs de weg, en het werd vertrapt en de vogels in de lucht aten het op. En een ander deel viel op de rots, en toen het opgegroeid was, verdorde het door gebrek aan vocht. En een ander deel viel te midden van de dorens, en de dorens, die mee opgroeiden, verstikten het. En een ander deel viel in de goede aarde en toen het opgegroeid was, bracht het honderdvoudige vrucht voort. Toen Hij dit gezegd had, riep Hij: Wie oren heeft om te horen, laat hij horen.